Stofsoorten

Platweefsel

Dit type stof wordt getypeerd door haar tweedimensioneel oppervlak en het ontbreken van een rechtopstaande pool. De garens worden kruislings, volgens een van de drie basis-weefpatronen, over elkaar tot stof geweven. Afhankelijk van het patroon kan dit resulteren in een glad dan wel uitgesproken gestructureerd oppervlak.

 

Chenille

Een geweven type stof dat qua aanvoelen erg gelijkend is aan velours. Typerend is de onregelmatige pool en het ontbreken van een vleug in één welbepaalde richting. Dit driedimensionale karakter wordt veroorzaakt door de vele laterale haartjes op het gebruikte garen. Tijdens het weefproces worden er immers twee of meerdere draden in elkaar gedraaid en bijkomende zachte vezels ingewerkt. Met fluweel-effect en onregelmatige richting als eindresultaat. Belangrijk kenmerk van Chenille is het zogenaamde pletten van de stof, ook wel shading genoemd. Doordat de pool wordt geplet wijzigt ook de lichtinval. Er zijn een aantal Chenille stoffen die absoluut niet nat gereinigd mogen worden.

 

Jacquard

Dit is een verzamelbegrip voor alle stoffen met grote complexe patronen erin verwerkt. Tijdens het weven worden bepaalde garens individueel gelift waardoor een eindeloze variëteit aan patronen en dessins verkregen kan worden.

 

Mircovezel

Op een katoenen drager worden ultradunne vezels angebracht. De vezels zijn meestal uit polyester al of niet gemengd met polyurethaan. Microvezel heeft een bijzonder zachte grip en lijkt qua uitstraling wel op suède. De bekendste microvezels zijn Alcantara® en Dinamica®. Microvezel is gemakkelijk in gebruik en voelt heerlijk comfortabel aan.

 

Ribstof

Robuust ogende stof waarbij op een platweefsel lussen zijn geweven. Deze lussen worden geschoren waardoor de typische hoogteverschillen ontstaan. Door de afstand van de lussen te wijzigen kunnen grove en fijne ribstoffen worden gemaakt.

 

Velours / Fluweel

Bij deze stoffen wordt, naast de schering en de inslag, een bijkomend draadsysteem toegevoegd dat zorgt voor de derde dimensie in de stof. Tijdens het productieproces worden stoflussen ingeweven die zorgen voor de pool en uitgesproken vleug in het weefsel. Deze stoflussen worden doormidden gesneden zodat de vezels rechtop staan en hierdoor een harig, uiterst zacht oppervlak gecreëerd wordt. Sommige velours stoffen mogen niet nat gereinigd worden. In dat geval kan de Puratex® veloursborstel vaak wel worden gebruikt.

 

Vilt

Dit type stof bestaat grotendeels uit wolvezels, soms ook aangevuld met andere textielvezels. Tijdens het productieproces van vilt worden de wolvezels mechanisch in elkaar ‘geslagen’ en worden op willekeurige natuurlijke wijze met elkaar verstrengeld. Hierdoor wordt een zeer compacte, vaste en dikke stof verkregen. De meeste viltstoffen mogen niet nat worden gereinigd. De kans is aanwezig dat de stof dan gaat opzetten en dat er lelijke bobbels ontstaan.